De norm is van toepassing bij het onderzoek van de volgende produkten:
a. ongemalen tarwe, rogge, haver, gerst1), mais, rijst, boekweit en peulvruchten;
b. maalprodukten van de in 2a genoemde grondstoffen;
c. geplette produkten, verkregen uit een of meer van de in 2a genoemde grondstoffen (bijv. havermout, gemengde mout, flakes);
d. droge produkten bereid uit ongegist deeg, verkregen van een of meer van de in 2a genoemde grondstoffen (bijv. macaroni, mie, parelsago);
e. alle zetmeelsoorten, behalve aardappelzetmeel2).
De in deze norm beschreven methode is niet geschikt voor kiemen of voor produkten die meer dan 5 % kiemen of gemalen kiemen bevatten, voor gemout graan, of voor uit gemout graan verkregen produkten.